Auteur: AGA Museum
Börstingen
Bijzonder zijn de kooldioxidebronnen in het Neckar en het Eyachtal, het zogenaamde “Zwabische Sauerland”. Uiterlijk bekend sinds de Romeinse tijd (er werd een villa rustica gevonden in de buurt van een koolzuurbron), de bronnen worden en worden economisch geëxploiteerd – hetzij voor pure CO2-extractie (stopgezet in de jaren 1990) of, zoals op sommige plaatsen nog steeds, gebruikt voor de productie van mineraalwater.
De rijke kooldioxide-afzettingen van het “Zwabische Sauerland” zijn de nasleep van het Alb-vulkanisme, waardoor de Alb-vulkanen ongeveer 15 miljoen jaar geleden zijn ontstaan (“Urach-vulkanisme”). Het is bijna een “rammelaar” van Alb-vulkanisme. De koolzuurbronnen vormen de basis van de mineraalwater- en geneeskrachtige waterbotteling in Bad Niedernau, Obernau en Bad Imnau / Mühringen. Het industriële gebruik van koolzuur door verschillende bedrijven, dat hier aan het einde van de 19e eeuw begon, is bijna vergeten. De kooldioxide-industrie was ongeveer 100 jaar een van de grootste werkgevers in het “Zwabische Sauerland”.
Ook de kuuroorden in Bad Niedernau en Bad Imnau zijn bijna vergeten. Aan het einde van de 19e eeuw was er een levendig badbedrijf. De grote fontein in Bad Imnau straalt nog een beetje de flair van vroeger uit.
Börstingen 06-05-1899
foto 07-2022
foto 07-2022
Eigen film.
Volgens een oude boer, een Rommenhöller bron, de pijp staat vol water, waar veel koolzuur uit komt, zie onder. De bron in ook lek en verliest aan de achterzijde veel koolzuur, Deze bron bevat veel koolzuur en bijna geen water.
Binnenzijde van de pijp.
FILM Youtube; CO2-Quellen in Börstingen am Neckar 18.05.2020
In het rivierdal bevinden zich kooldioxidebronnen die tegenwoordig nauwelijks worden gebruikt. Yann Büchau van de Universiteit van Tübingen gaat hierover in zijn proefschrift. Hij onderzoekt in hoeverre de ontsnappende kooldioxide kan worden gedetecteerd en gemeten – de bevindingen moeten helpen om CO2 veilig onder de grond op te slaan
De Koolzuurfabrieken, het achterste deel was van Rommenhöller
Rommenhöller buizen
Rommenhöller tank voet
Bedrijfsleider, Rommenhöller fabriek.
Rommenhöller fabriek
Treinstation
Dorpsfontein, ooit een bron?
De woning van de bedrijfsleider, van de Rommenhöller fabriek
Spoor dat Rommenhöller ook gebruikte.
Nog een bron,
een lek in de bodem
Pasop, koolzuur is dodelijk.
De koolzuurbuizen van Rommenhöller liggen er nog steeds
De vraag is of deze Obernauer Löwensprudel, ook koolzuur van Rommenhöller gebruikte, afstand was maar 200 meter
Link 2; Börstinger Kohlensäurequellen
Link 3; https://www.schwarzwaelder-bote.de
Museum, waar we veel informatie kregen van Monika Laufenberg
Hieronder foto`s uit het Böstinger museum in Böstingen.
Deze land Heer had veel te zeggen over de plaatsen waar de boorputten kwamen, immers hij was groot land bezitte.
Bevroren koolzuur bellen, boven en onder
Hubertus Sprudel
Stamboom Rommenhöller
Carl Gustav Rommenhöller
05-08-1993
Peter Rommenhöller overleden 2011
2011
LOSSE GEGEVENS
Rommenhöller Auguste Krefeld Jean-Angerhausen-Str. 20
ONBEKEND
Rommenhöller in Warschau
1943
Nr. 26: Kohlensäure-Gesellschaft Rommenhöller mit beschränkter Haftung, Warschau, am 10. März *943: Auf
Antrag des Kommissars für .die Behandlung feindlichen
Vermögens im Generalgouvernement hat das Deutsche Obergericht in Warschau — VU 6/43 — mit Beschluß vom
10. Februar 1943 gemäß § 21 und 29 ff der Verordnung
über die Behandlung feindlichen Vermögens vom 31. August 1940 und der ersten Durchführungsvorschrift hierzu
vom 21. April 1941 den Oberingenieur Kobold in Krakau,
Invalidenplatz 4, als Verwalter zur Sicherstellung und Erhaltung der im Generalgouvernement befindlichen Vermögenswerte der Gesellschaft eingesetzt.
Soweit bei der Einsetzung des Verwalters nichts anderes bestimmt wurde, ist der Verwalter zu allen gerichtlichen und außergerichtlichen Geschäften und Rechtshandlungen befugt, die der Betrieb des Unternehemens im
Rahmen ordnungsmäßiger Wirtschaft mit sich bringt.
Während der Dauer der Verwaltung ruhen die Befugnisse der Leiter und der sonst zur Vertretung oder Verwaltung befugten Personen und Organe.
[Dossiers van de rechtbank in Pozna van het bedrijf Fabryka Kwasu Węglowego CG Rommen höller, Limited Liability Company in Warschau, Pozna Branch, Rataje]. Registerakten des Amtsgerichts Posen [über die Firma]: .Kohlensäurefabrik CG Rommenhöller GmbH in Warschau Zweigniederlassung Posen.
1946
Pierwszorzędny
kwas węglowy
w gwarantowanych bullach stalowych
dawniejszej firmy Rommenhóller
poleca i w nieć g aniczonych ilościach oddaje
WOJCIECH ULRYCH
Sprzedaż Kwasu Węglowego
Poznań, Patr. Jackowskiego nr 11 Telefon 61-70
Składnica przy ul. Jeżyckiej nr 44 — czynna od godz: 8 do 17.
Katowice
Hoofdkantoor Rommenhöller, Katowice, ul. Mielęckiego 8
YouTube Rommenhöller
Rommenhöller familie advertentie`s
22-06-1989
Th. Rijbering
28-07-1988
E. Den Broeder
18-10-1973
H.J. Bernet
28-03-1975
A.E.J. Nysingh
28-01-1969
***
***
Charlotte A. Rommenhöller-Zadek
29-12-1964
Johann Peter Rommenhöller
28-11-1962
H.P. Rommenhöller
26-05-1961
C. G. Rommenhöller
09-11-1955
C.H. Hinrichs
26-04-1947
H.W.J. Fockema
14-07-1943
Ernst Angerer
14-07-1942
Carl Gustav Rommenhöller
11-09-1939
C. G. Rommenhöller
12-09-1939 ( Huwelijk)
Anna Ewoudina Schoutens
10-12-1936
Anna Ewoudina Schoutens
10-12-1936
C. G. Rommenhöller
08-05-1931
C. Rommenhöller
15-04-1931
C. G. Rommenhöller
10-04-1931
G.J. Engelberts
23-11-1929
C. G. Rommenhöller
06-06-1928
H. Rommenhöller
20-01-1910 9 Gehuwd)
C. G. Rommenhöller
01-03-1909 ( Gehuwd )
A. Rommenhöller
19-09-1906 ( Gehuwd)
A. Dollée
23-09-1897
C. G. Rommenhöller
28-03-1892 ( Consulgeneraal)
Rommenhöller
01-07-1989
C. G. Rommenhöller
18-07-1880 ( Gehuwd )
Berlijnsche brieven 16-05-1931
AGA directeur W. Verkroost te Nuth
Geboren zoon 14 jan. 1935 te Haarlem
Geboren dochter 7 nov. 1936 Haarlem
Limburgsch dagblad 29-10-1969
ZILVEREN ere penning voor de heer W. Verkroost.
Limburgsch dagblad 2-4-1969
30-08-1983
30-08-1983
30-08-1983
08-10-1983
De aanslag op Electrozuur 1944
ELECTROZUUR VERWERKTE AAN AANSLAG
Gerben Wagenaar
Explosie 31 maart 1944
12-06-1944
de Stem – 13 juni 1944
aug. 1945
Aanslag transformatoren Electrozuur
De nieuwe koerier 13-6-1944
J. Thijssen, Gerrit van der Veen, Gerben Wagenaar
Gerrit van der Veen, Paul Guermonprez, Johan Limpers, Karel Pekelharing
Dagblad van Noord-Brabant 13-6-1944
Doodvonnissen (2)
Maandag 12 juni 1944 – De Höhere SS- und Polizeiführer ‘Nordwest’ maakt bekend: het Polizeistandgericht in Amsterdam heeft de volgende Nederlanders ter dood veroordeeld: de beeldhouwer Gerrit van der Veen (41) uit Amsterdam, de onderwijzer Paul Guermonprez (35) zonder vaste woon- of verblijfplaats, de beeld- houwer Johan Limpers (28) uit Amsterdam en de danser Karel Pekelharing (35) zonder vaste woon- of verblijfplaats. De veroordeelde Van der Veen heeft deelgenomen aan de gewapende overval op het bevolkingsregister van Amsterdam in maart 1943. Hij heeft deelgenomen aan de gewapende overval op de Algemene Landsdrukkerij te Den Haag op 29 april 1944, waarbij formulieren van persoonsbewijzen geroofd zijn. Guermonprez en Limpers waren betrokken bij de springstofaanslag op de
in Amsterdam-Noord op 31 maart 1944, benevens bij de mislukte gewapende overval op het distributiekantoor te Amsterdam in de Borgerstraat op 12 januari 1944.
De veroordeelde Limpers, die nog opgeruid heeft tot andere overvallen op distributiekantoren, had bovendien de plannen uitgewerkt voor de moorden, waartoe door de organisatie van weerstand was besloten op personen, die openbare functies bekleedden, en hij had de uitvoering der moordaanslagen mogelijk gemaakt door de daders de nodige vuurwapens ter beschikking te stellen.
Pekelharing heeft met het hem door Limpers verstrekte wapen een moord gepleegd. Limpers heeft de veroordeelde Pekelharing een lijst met minstens zes namen van personen doorgegeven, die vermoord moesten worden. De veroordeelden Van der Veen, Limpers en Pekelharing hadden bovendien gepoogd een vrij groot aantal gewapende overvallen te doen op Nederlandse gevangenissen om , aldus het communiqué, terroristen die door de Duitse Sicherheitspolizei gevangen genomen werden, te bevrijden.
De doodvonnissen, die overeenkomstig de bepalingen van de verordening op de bescherming der orde geveld zijn wegens voortgezette sabotage en onbevoegd bezit van vuurwapens en munitie, zijn na onderzoek van de gratie kwestie voltrokken. Nog meer uitspraken van de Höhere SS- und Polizeiführer: ter dood zijn veroordeeld: de drukker Franciscus Duwaer (33) uit Amsterdam, de fabrieksarbeider Albert Reulen (27) uit Roermond en de lasser Jacobus Frenken (22) uit Maasniel. Blijkens het communiqué had Duwaer van half ’43 tot zijn arrestatie op 8 juni 1944, dat wil zeggen vorige week, in zijn drukkerij voor een weerstandsgroep formulieren voor persoonsbewijzen, benevens zegeltjes en controlezegeltjes voor persoonsbewijzen in grote omvang vervalst.
Het Polizeistandgericht nam aan, dat de voortgezette actie van de veroordeelde in staat is geweest de openbare orde in het bezette Nederlandse gebied in gevaar te brengen en heeft hem als saboteur ter dood veroordeeld. Het vonnis is na onderzoek van de gratiekwestie voltrokken. Reulen en Frenken hadden als leden van een terroristengroep deelgenomen aan overvallen op de gemeentehuizen van Haelen, Venhuizen en Heiloo, waarbij levensmiddelenbonnen, geld, formulieren voor persoonsbewijzen en andere zaken in vrij groten getale werden ontvreemd.. Bij de overval in Venhuizen werd een Nederlandse politieman die zich teweer stelde, neergeschoten. Wegens deelneming aan een geheime organisatie, sabotage en onbevoegd vuurwapenbezit zijn beide Limburgers ter dood veroordeeld. Het vonnis is na onderzoek van de gratiekwestie voltrokken.
Paul Guermonprez
Gerrit van der Veen, Paul Guermonprez, Johan Limpers, Karel Pekelharing
Paul Guermonprez
26-06-1944
Een voor allen …
geboren: 28 december 1908 in Gent in België
overleden: 10 juni 1944 in het duingebied bij Overveen, 35 jaar oud
burg. staat: gehuwd
beroep: fotograaf-vormgever, docent fotografie aan de Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag en eigenaar van Co-op 2, een bureau voor fotografie en reclame in Amsterdam
geloof: geen (atheïst)
vindplaats: gedenksteen 5
Achtergrond
Paul Guermonprez kreeg in augustus 1940 als fotograaf-vormgever de technische leiding bij het Algemeen Secretariaat van de Nederlandse Unie in Den Haag. Deze Unie was opgezet om tegenwicht te bieden aan de NSB en wilde in samenwerking met de Duitse en Nederlandse autoriteiten een maatschappij opbouwen op basis van een brede nationale samenwerking. De Unie viel in ongenade bij de Duitsers en Guermonprez werd vanwege zijn functie bij de Unie in januari 1941 gearresteerd en drie weken vastgehouden in de gevangenis het Oranjehotel in Scheveningen.
In 1942 stelden de Duitsers officieel de Kultuurkamer in. Hier moesten alle kunstenaars, schrijvers, muzikanten en podiumartiesten zich bij aansluiten, wilden zij hun beroep blijven uitoefenen. Guermonprez wilde dat niet en hief op 1 april 1942 zijn fotografie- en reclamebureau op.
Van 4 mei 1942 tot 30 juli 1943 was hij als gijzelaar geïnterneerd in het Kleinseminarie Beekvliet in St. Michielsgestel. Hij werd vrijgelaten om zich als voormalig officier in Amersfoort te melden voor terugvoering in krijgsgevangenschap. Nadat hij zich had gemeld, dook hij onder en ging aan het verzet deelnemen.
Verzetsactiviteiten
Guermonprez werkte mee aan de Brandarisbrief, een illegaal pamflet waarin kunstenaars opgeroepen werden zich te verzetten tegen het nationaalsocialisme en de Kultuurkamer. Tevens had hij contact met de Persoonsbewijzencentrale, een organisatie die persoonsbewijzen en officiële papieren vervalste.
Vanaf de nazomer van 1943 maakte hij deel uit van de leiding van de Raad van Verzet (RvV): een koepelorganisatie van verzetsgroepen. Hij onderhield de contacten met verzetsgroepen in Twente, Noord-Brabant en Limburg. In Noord- en Zuid-Holland was Guermonprez betrokken bij het organiseren en uitvoeren van diverse overvallen en sabotageacties.
Arrestatie en moord
De Sicherheitspolizei (Sipo) vond eind maart 1944 aantekeningen bij een RvV-man die tijdens een poging tot arrestatie in Den Haag was doodgeschoten. Mede op grond van deze notities kon de Sipo de volgende dagen diverse verzetsmensen arresteren, onder wie Guermonprez. Op 4 april werd hij gearresteerd in Amsterdam en ingesloten in het Huis van Bewaring aan de Weteringschans.
Op 10 juni 1944 werd Guermonprez met zes andere verzetsmensen, onder wie leden van zijn verzetsgroep, ter dood veroordeeld door een Polizeistandgericht. Nog dezelfde dag werden zij gefusilleerd en begraven in de duinen bij Overveen.
Verzet
Van 4 mei 1942 tot 30 juli 1943 was Guermonprez als gijzelaar geïnterneerd in het kleinseminarie Beekvliet in Sint-Michielsgestel. Hij werd vrijgelaten om zich als voormalig officier in Amersfoort te melden. Na de melding, dook hij onder en nam hij deel aan het verzet. Met onder anderen J. Thijssen, Gerrit van der Veen en Gerben Wagenaar maakte hij vanaf de nazomer van 1943 deel uit van de leiding van de Raad van Verzet en onderhield hij de contacten met verzetsgroepen in Twente, Noord-Brabant en Limburg. In Noord-Holland en Zuid-Holland was Guermonprez betrokken bij het organiseren en uitvoeren van diverse overvallen (o.a. op het distributiekantoor Borgerstraat in Amsterdam) en sabotageacties (zoals op een pyrotechnische fabriek in Leiden en de Electro Zuur- en Waterstoffabriek aan de Amsterdamse Distelweg).
Op Oudejaarsavond 1943 deed hij mee aan een vergeefse aanslag op het Huis van Bewaring aan de Weteringschans te Amsterdam om een aantal collega-verzetsstrijders te bevrijden. Een nieuwe poging bleek verraden. Guermonprez en enkele deelnemers poogden te vluchten maar ze werden opgepakt op het Centraal Station in Amsterdam. Na detentie in de gevangenis werd Guermonprez wegens zijn verzetsactiviteiten samen met drukker Frans Duwaer en beeldhouwer Gerrit van der Veen op 10 juni 1944 door de Duitsers gefusilleerd in het duingebied van Overveen (gemeente Bloemendaal, bij Haarlem). Guermonprez is herbegraven op de Erebegraafplaats Bloemendaal. Na de oorlog ontving hij postuum bij Koninklijk Besluit het Verzetskruis 1940-1945.
Gerrit Riezebos
Gerrit van der Veen, Paul Guermonprez, Johan Limpers, Karel Pekelharing en Gerrit Riezebos
Gerrit Riezebos
Trouw tot in den dood
geboren: 25 december 1915 in Amersfoort
overleden: 19 augustus 1944 in Mühlberg aan de Elbe in Duitsland, 28 jaar oud
burg. staat: ongehuwd
beroep: sergeant bij de Genietroepen
geloof: geen
vindplaats: Friedhof in Neu-Burxdorf in Duitsland
Achtergrond
Gerrit Riezebos was beroepssergeant bij de Genietroepen van de Landmacht. Tijdens de Duitse inval in mei 1940 vocht hij bij de Afsluitdijk. Na de capitulatie werkte hij als kantoorbediende bij de firma De Vries van Buuren & Co. in Amsterdam. In voorjaar 1943 weigerde hij zich te melden voor terugvoering in krijgsgevangenschap, hetgeen de bezetter van alle oud-militairen eiste, en dook onder.
Verzetsactiviteiten
Riezebos kwam niet lang daarna in contact met een verzetsgroep van de Raad van Verzet, een landelijke koepelorganisatie van verzetsgroepen. Hij was betrokken bij diverse overvallen in Amsterdam, onder meer op een carbidfabriek, twee distributiekantoren en op het Huis van Bewaring aan de Weteringschans, waar veel verzetsmensen gevangen zaten. Daarnaast zorgde hij voor een onderduikadres voor een aantal Joodse landgenoten en voorzag hen van bonkaarten.
Arrestatie en moord
Op 7 juni 1944 werd Riezebos bij een controle op persoonsbewijzen in Amsterdam aangehouden. Hij trachtte vergeefs te ontkomen en werd gevangen gezet in het militaire kamp Waterloo in Leusden, waar hij nogmaals probeerde te ontsnappen. Korte tijd later werd hij overgebracht naar een kamp voor krijgsgevangenen in Mühlberg a/d Elbe in Duitsland. Hier overleed hij op 19 augustus 1944 aan de gevolgen van difterie en werd begraven in Neu-Burxdorf.
In juli 1949 werd zijn stoffelijk overschot door de Dienst Identificatie en Berging vanuit Duitsland overgebracht naar Nederland. Op verzoek van zijn moeder werd Riezebos op 27 juli 1949 herbegraven op de Eerebegraafplaats.
Op 19 Augustus overlijdt Sergeant der Genie Gerrit Riezebos die tijdens de meidagen van 1940 als eveneens als beroepssergeant bij de Genietroepen van de Landmacht deel nam aan de strijd bij de Afsluitdijk. Na de capitulatie ging hij als kantoorbediende/archiefbediende werken bij de firma De Vries van Buuren & Co. aan de Jodenbreestraat in Amsterdam. Medio 1943 weigerde hij zich te melden voor terugvoering in Duitse krijgsgevangenschap en dook hij gedurende enige tijd onder. Niet lang daarna kreeg hij verzetscontact met Johan Limpers en met een RvV-groep (onder leiding van Marinus van der Spaa) in Amersfoort. Riezebos was betrokken bij diverse overvallen in Amsterdam: onder meer op de carbidfabriek (Electro Zuur- en Waterstoffabriek) aan de Distelweg in Noord, de distributiekantoren aan de Borgerstraat en Admiraal de Ruijterweg en, op 1 mei 1944, het HvB aan de Weteringschans. Daarnaast zorgde hij voor een onderduikadres voor een aantal joodse landgenoten en voorzag hij hen van bonkaarten. Toen hij op 7 juni 1944 bij een PB-controle in Amsterdam aangehouden dreigde te worden, trachtte hij vergeefs te ontkomen. Na als arrestant naar het militaire kamp Waterloo in Leusden te zijn vervoerd, deed hij nogmaals een poging te ontsnappen.
Korte tijd later werd ook hij overgebracht naar Stalag IV-B, waar hij overleed aan de gevolgen van difterie. Na de oorlog is Riezebos herbegraven op de Eerebegraafplaats te Bloemendaal
Gerrit van der Veen
Gerrit van der Veen, Paul Guermonprez, Johan Limpers, Karel Pekelharing en Gerrit Riezebos
Zomerdijkstraat 22 Amsterdam
09-06-1948
‘HIER WOONDE LEEFDE
EN WERKTE
GERRIT JAN VAN DER VEEN
GEFUSILLEERD 10 JUNI 1944
VOOR HET VADERLAND’.
Een voor allen …
geboren: 26 november 1902 in Amsterdam
overleden: 10 juni 1944 in het duingebied bij Overveen, 41 jaar oud
burg. staat: gehuwd
beroep: beeldhouwer in Amsterdam
geloof: geen
vindplaats: gedenksteen 5
Achtergrond
Gerrit van der Veen was kunstenaar in Amsterdam. Al voor de oorlog was hij blokhoofd van de Vrijwillige Luchtbescherming.
Verzetsactiviteiten
Kort na de capitulatie van Nederland in mei 1940 eiste de bezetter van leden van onder meer de Luchtbescherming, dat zij een Ariërverklaring ondertekenden, waarmee ze aangaven geen Jood te zijn. Van der Veen weigerde dit uit principiële overwegingen.
Eind 1941 werd de Kultuurkamer opgericht. Kunstenaars, schrijvers, muzikanten en podiumartiesten moesten zich hier bij aansluiten, wilden zij hun beroep kunnen blijven uitoefenen. Van der Veen was hier fel tegen en werd mede-initiatiefnemer van een ‘Adres aan Seyss-Inquart’, die als Rijkscommissaris de belangrijkste vertegenwoordiger van de Nazi’s in Nederland was. Het adres werd ondertekend door 1902 kunstenaars.
Ook zamelde hij geld in ter ondersteuning van kunstenaars die weigerden toe te treden tot de Kultuurkamer en schreef bijdragen voor de Brandarisbrief, een op kunstenaars gericht illegaal blad. Vanaf mei 1942 was hij redactielid van het illegale blad De Vrije Kunstenaar, waarin de Brandarisbrief werd opgenomen.
In de zomer van 1942 was Van der Veen één van de oprichters van de Persoonsbewijzencentrale (PBC). Dit werd een belangrijke verzetsorganisatie die zich bezighield met het vervalsen van onder meer persoonsbewijzen, Ausweise en stamkaarten voor in eerste instantie Joodse onderduikers, maar later ook voor anderen.
In 1943 kreeg Van der Veen een leidinggevende positie in de Raad van Verzet; een landelijke koepelorganisatie van verzetsgroepen. Als medeorganisator en deelnemer was hij betrokken bij diverse overvallen en brandstichtingen. De belangrijkste waren de overval op de cartotheek van het Gewestelijk Arbeidsbureau in Amsterdam in februari 1943, de overval op het Amsterdamse Bevolkingsregister in maart 1943 en de overval op de Algemene Landsdrukkerij in Den Haag in april 1944. Bij deze laatste werden 10.000 blanco persoonsbewijzen buitgemaakt.
Arrestatie en moord
Van der Veen leidde op 1 mei 1944 de mislukte overval op het Huis van Bewaring aan de Weteringschans in Amsterdam. Deze had tot doel gevangen verzetsstrijders te bevrijden. Van der Veen werd bij de overval door twee kogels geraakt, waarvan één in het ruggenmerg. Een medeverzetsman wist hem op zijn schouders naar een veilig onderduikadres te brengen. Hier vertelde een arts hem dat zijn verwondingen zouden leiden tot verlamde benen, incontinentie en impotentie. Met dit vooruitzicht weigerde Van der Veen zich te laten opereren.
In de nacht van 14 op 15 mei 1944 werd Van der Veen gearresteerd op het onderduikadres waar hij werd verpleegd. Waarschijnlijk was dit adres door een verzetsgenoot te goeder trouw aan een celgenoot verteld, die achteraf voor de Sicherheitspolizei bleek te werken.
Op 10 juni 1944 werd hij met zes andere verzetsmensen, onder wie leden van zijn verzetsgroep en de man die zijn adres per ongeluk had genoemd, ter dood veroordeeld door een Polizeistandgericht. Nog dezelfde dag werden zij gefusilleerd in de duinen bij Overveen en daar begraven.
Na de oorlog kreeg Van der Veen postuum het Verzetskruis 1940-1945, na de Militaire Willems-Orde de hoogste dapperheidsonderscheiding van Nederland.
Staande gefusilleerd
Van der Veen ontkwam half verlamd, na door twee kogels te zijn geraakt. Hij werd naar zijn onderduikadres gebracht. Daar werd hij op 12 mei gearresteerd. Met Frans Duwaer en vijf anderen werd hij op 10 juni 1944 door een SS- und Polizeigericht ter dood veroordeeld en nog dezelfde avond in de duinen bij Overveen met zijn kameraden, die hem overeind hielden gefusilleerd.
Vervalst persoonsbewijs met pasfoto van Gerrit van der Veen in vermomming, 1942-1943.
Karel August Pekelharing
Gerrit van der Veen, Paul Guermonprez, Johan Limpers, Karel Pekelharing en Gerrit Riezebos
Pekelharing, Karel August
- Geboortedatum:
- 6 april 1909 (Hoorn (Noord-Holland))
- Overlijdensdatum:
- 10 juni 1944 (Overveen, gemeente Bloemendaal)
- Begraven op:
- Nederlandse Eerebegraafplaats Bloemendaal
Vak: 19. - Nationaliteit:
- Nederlandse (1815-heden, Koninkrijk)
Biografie
Woonde in Amsterdam. Zoon van Egidius Lambertus Pekelharing en Elisabeth Johanna van den Heuvel. Ongehuwd. Schilder/dichter/schrijver/danser/choreograaf. Rooms-Katholiek. Bij het Nederlandsche Ballet was Pekelharing danser. Bij de Duitsers stond hij om zijn homoseksualiteit, communistische en anti-fascistische sympathie niet in een goed blaadje. Om die reden werd hij gezocht. Om aan een eventuele arrestatie te ontkomen vertrok hij vrijwillig naar het Duitse Kassel om daar te gaan werken bij de Siemens-Schuckert Werke. Later deed hij in die stad dienst als tramconducteur. In Duitsland pleegde Pekelharing sabotage, hetgeen werd ontdekt. Daarom ontvluchtte hij Duitsland en wist ondanks scherpe grensbewaking veilig in Nederland terug te keren. Omdat werd geweigerd zich aan te sluiten bij de Kultuurkamer dook hij onder in Den Haag en in Amsterdam. Wel danste hij in besloten kringen. Onder het pseudoniem Karel van Hoogh schreef Pekelharing verzetspoëzie, pamfletten, brochures en de nooit uitgegeven antifascistisch getinte roman Vallen Koren. Deze is bij zijn arrestatie in handen van de Duitsers gevallen en verdween daarna spoorloos. Ook werd hij medewerker van het illegale blad De Vrije Kunstenaar. Tevens was hij lid van de KP en de Raad van Verzet, deed mee aan overvallen, aanslagen op collaborateurs en de bevrijding van politieke gevangenen. Op 6 juni 1944 is hij in het American Hotel in Amsterdam door de Sipo gearresteerd. Vermoedelijk na verraad. Pekelharing is overgebracht naar het huis van bewaring aan de Weteringschans in zijn woonplaats en op 10 juni 1944 door het Polizeistandgericht aldaar ter dood veroordeeld. Nog dezelfde dag is het vonnis uitgevoerd.
Hij raakte betrokken bij de uitgave van het illegale blad De Vrije Kunstenaar en de hulpverlening aan Joodse onderduikers. Als lid van de Raad van Verzet (RvV) – een koepelorganisatie van het verzet – nam hij vanaf mei 1943 deel aan overvallen op distributiekantoren, aanslagen op collaborateurs en diverse bevrijdingsacties van gevangenen. Peekelharing hoorde bij de groep van Gerrit van der Veen die zeker 5 mislukte overvallen op het Huis van Bewaring aan de Weteringschans pleegden, doel was om enkele kameraden te bevrijden. Eind maart 1944 vond de Sicherheitspolizei (Sipo) in Den Haag aantekeningen bij een op 28 maart 1944 bij een poging tot arrestatie doodgeschoten RvV-man (Raad van Verzet). Mede op grond van deze notities kon de Sipo de volgende dagen diverse verzetsmensen arresteren, onder wie Pekelharing. Samen met Koen Limpers werd Peekelharing op 6 april gearresteerd in Hotel Americain aan het Amsterdamse Leidseplein en ingesloten in het nabijgelegen Huis van Bewaring aan de Weteringschans. Daar werd hij gemarteld, onder andere door hem een nacht in een ton ijskoud water te laten staan.
Op 10 juni 1944 werd Pekelharing met zes andere verzetsmensen, onder wie leden van zijn verzetsgroep ter dood veroordeeld door een Polizeistandgericht. Nog dezelfde dag werden zij gefusilleerd in de duinen bij Overveen en daar begraven.
Johan Limpers
Gerrit van der Veen, Paul Guermonprez, Johan Limpers, Karel Pekelharing en Gerrit Riezebos
Johan Limpers
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij actief in het verzet en nam hij deel aan het in brand steken van het Amsterdamse registratiekantoor in 1943. Hij werd geëxecuteerd door een Duits vuurpeloton in Overveen . Na de oorlog is hij herbegraven op de Eerebegraafplaats Bloemendaal .
Hij was getrouwd met verzetsgenoot en beeldhouwer Katinka van Rood .
Eva by Johan Limpers
Beeldhouwer. 28 jaar. Een voor allen …
geboren: 2 augustus 1915 in Heemstede
overleden: 10 juni 1944 in het duingebied bij Overveen, 28 jaar oud
burg. staat: gehuwd
beroep: beeldhouwer in Haarlem en Amsterdam
geloof: geen
vindplaats: gedenksteen 5
Achtergrond
Johan Limpers was van 1934 tot 1940 leerling aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. In november 1940 won hij de Prix de Rome, de hoogste prijs die een jong beeldend kunstenaar in Nederland kan krijgen.
Hij was anti-Duits en weigerde niet alleen een toelage, maar ook om werk in te zenden naar tentoonstellingen die door het door de bezetter beheerste Departement van Volksvoorlichting en Kunsten georganiseerd werden.
Verzetsactiviteiten
Vanaf 1941 was Limpers actief in het kunstenaarsverzet en riep kunstenaars op zich niet aan te melden bij de Kultuurkamer. Hier moesten alle kunstenaars, schrijvers, muzikanten en podiumartiesten zich bij aansluiten, wilden zij hun beroep kunnen blijven uitoefenen. Hij werkte mee aan de Brandarisbrief, een illegaal pamflet waarin kunstenaars opgeroepen werden zich te verzetten tegen het nationaalsocialisme en de Kultuurkamer, en droeg bij aan het in mei 1942 opgerichte illegale blad De Vrije Kunstenaar.
Naast op kunstenaars gerichte verzetsactiviteiten, verleende Limpers hulp aan (Joodse) onderduikers. Hij voorzag hen van onderduikadressen en vervalste persoonsbewijzen. Voor de in mei 1943 opgerichte Raad van Verzet, een landelijke koepelorganisatie van verzetsgroepen, verrichtte hij voorbereidend werk voor sabotageacties en overvallen. Op zijn verzoek stelde zijn moeder haar huis met winkel in Haarlem open voor vergaderingen, als bergplaats voor wapens en munitie en als adres waar koeriersters brieven konden bezorgen en ophalen.
Arrestatie en moord
Eind maart 1944 vond de Sicherheitspolizei (Sipo) in Den Haag aantekeningen op een RvV-man, die bij een poging tot arrestatie was doodgeschoten. Mede door deze notities kon de Sipo in de volgende dagen diverse verzetsmensen arresteren, onder wie Limpers. Op 3 april werd hij gearresteerd in Amsterdam en ingesloten in het Huis van Bewaring aan de Weteringschans.
Op 10 juni 1944 werd Limpers met zes andere verzetsmensen, onder wie leden van zijn verzetsgroep ter dood veroordeeld door een Polizeistandgericht. Nog dezelfde dag werden zij gefusilleerd in de duinen bij Overveen.
Vreemde mail wisseling
* Amsterdam, 22 februari 2021
Geachte uitlener,
U hebt objecten, documenten of filmpjes voor de tentoonstelling Noord Vrij in bruikleen gegeven aan Museum Amsterdam Noord.
Het bestuur wil de tentoonstelling graag tot oktober verlengen om zo hopelijk meer mensen de kans te geven om de tentoonstelling te bezoeken.
Door de heersende pandemie maatregelen hebben wij onze plannen voor een nieuwe tentoonstelling moeten aanpassen.
Daarom vragen wij namens het bestuur toestemming om de door uw aangeleverde objecten/documenten/filmpjes langer in bruikleen te mogen houden.
* vrijdag 26 februari 2021 Wij zijn akkoord met een een verlenging van het bruikleen tot uiterlijk eind oktober.
*donderdag 24 maart 2022 Kan ik jou om hulp vragen ivm een sabotageactie in Amsterdam Noord? Ik schrijf een boekje over Jan Brasser, een communistische verzetsman die talloze verzetsacties op zijn naam heeft staan. Op 31 maart pleegt hij samen met enkele anderen een aanslag op een zuurstoffabriek in Amsterdam Noord. Daar zaten twee van dergelijke fabrieken vrijwel naast elkaar: Loos en co (Grasweg 58) en NV Electro (Distelweg 90), het wordt me niet duidelijk welke fabriek het doelwit was. De bronnen spreken elkaar tegen, Brasser heeft het in een interview uit de jaren 80 over Electro, Gerben Wagenaar die er ook bij was over Loos en co. Hebben jullie er misschien informatie over? Ik heb inmiddels een luchtfoto waarop beide fabrieken te zien zijn, mocht je tips hebben waar nog beeld kan zijn van beide fabrieken tijdens de oorlog dan hoor ik het graag.
*zondag 27 maart 2022 Het is mij niet bekend, maar ik stuur dit door naar Wim Beerman die veel kennis heeft van Noord en naar Ferry Kesselaar die 40 jaar geleden veel verzetsmensen heeft geïnterviewd voor de Ziekenomroep Noord. Ik hoop dat ze even reageren ook als ze niets weten hiervan.
Bij research naar het verleden van de Buiksloterham kwam ik ook uit in Emmen waar het AGA museum is en ook veel Amsterdam Noord historie.
Ik zet dat ccontact ook even in de cc. Mogelijk weten zij meer van de aanslag.
Electro is een van de voorlopers de AGA (https://www.aga-museum.nl/kroniek-jansen/)
*28 mrt. 2022 Dank voor de tips Paul! Ik ken de website van het AGA Museum, alleen wordt daar bij mijn weten ook verwezen naar het boek van Brasser.
( Nu ook verzonden aan het AGA museum)
*28 mrt. 2022 Dank voor de verwijzing, deze bron kende ik niet. Ik begrijp dat er op het adres Grasweg 58, vrijwel tegenover Distelweg 90, in dezelfde tijd een fabriek van Loos en Co moet hebben gestaan. Zie: https://archief.amsterdam/indexen/deeds/de9cf74a-b140-4c90-b5fd-3405b91315d4
Gerben Wagenaar, die Noord toch goed kende, noemt in een interview ook Loos en Co, en niet Electrozuur als doelwit van deze actie: https://www.dbnl.org/tekst/_gid001196501_01/_gid001196501_01_0036.php
Maar kennelijk heeft hij zich dan toch vergist.
Heffels directeur AGA
12-09-1968
25-02-1972
Limburgsch dagblad 25-2-1972
1974
Limburgsch dagblad 13-8-1977
Limburgsch dagblad 15-1-1980
17-01-1980
18-08-1981
26-10-1991
Limburgsch dagblad 17-7-1992
Limburgsch dagblad 18-7-1992