Aankoop van de Plantenboterfabriek aan de
Distelweg.
De plantenboterfabriek begon op Distelweg 94
en verhuisde in 19 naar Distelweg 88
14-01-1891
21-07-1902
DE CONCURENT
25-10-1906
05-03-1908
DE CONCURENT
17-05-1911
14-11-1911
Bij Kon. Besluit van 20 Nov. 1912 (St.-Crt. van IO Jan. 19×3 nr. 3) werd de koninklijke goedkeuring verkregen op de statuten van de N. V. Nederlandsche Plantenboterfabriek, gevestigd te Amsterdam. Het kapitaal was bepaald op 3 millioen, waarvan 1600 aandeelen direct waren geplaatst en volgestort, Later is deze storting nog met een half millioen aangevuld. Als commissarissen traden op, de Heeren Abram Muller, directeur van de Nederl. Handel-Mantschappij, J. F. de Beaufort van de firma Van Eeghen & C O., J. B. A. Jonckheer, directeur van de Maatschappij ,,Nederland”, Th. J. van Haren Noman, idem van de Ned. Ind. Handelsbank, H. C. Rehbock, lid van de firma Hofmann Schoffer & C O., A. Roelvink, besturend vennoot van de Twentsche Bankvereeniging, M. P. Voûte, van Mirandolle Voûte & C O. en C. G. Vattier Kraane, directeur van het Vriesseveem, deze laatste als gedelegeerd commissaris.
Wat in een reeks van jaren niet mogelijk was gebleken, was nu binnen enkele maanden gegrondvest en met dezelfde voortvarendheid bracht de heer Vattier Kraane (de beide directeuren waren in de eerste zes maanden nog niet beschikbaar) het plan tot uitvoering. Reeds in Februari 1913 werd een begin gemaakt met den bouw, nadat de vennootschap van de Gemeente aan den overkant van het Y een terrein in erfpacht had verkregen ter grootte van 4 hectaren, met voorkeurrecht op een gelijke oppervlakte. De bouw .geschiedde onder leiding van de architecten G. van Arkel en Weiss en, na eenige onvermijdelijke tegenspoeden, die uitstel brachten, was de fabriek in Mei 1914 reeds in werking ! Het bezwaar, dat bestaan mocht in de ligging van de fabriek, was opgeheven door een nieuwe overeenkomst met de stad, waarbij een geregeld pontverkeer werd gesticht. Daarmede konden de producten, in spoorwegwaggons geiaden, worden overgebracht van het westen der haven naar de oostelijk gelegen 1 Jkade, waar ze direct op de rails liepen. Zoo was de fabriek dus bij het spoorwegverkeer aangesloten, De productie was ingericht om 150 ton of 150,000 K*G. coprah per etmaal te verwerken; de fabriek werkt dag en nacht door. De korte wordingsgeschiedenis der fabriek is hiermede ten einde. De oorspronkelijke vennootschap bestaat echter niet meer; want in December 1915 heeft zij het geheele bedrijf overgedaan aan de N.V. Anton Jurgens’ Vereenigde Fabrieken, welke deze groote industrie daarna heeft ingebracht in een afzonderlijke vennootschap, de Maatschappij tot Exploitatie van de Nederlandsche Plantenboterfabriek. De heeren Jurgens hadden vroeger reeds dergelijke, ofschoon kleinere fabrieken, niet echter in ons land, maar even over de Duitsche grens. In Duitschland werd invoerrecht geheven op olie uit Nederland. Sedert den oorlog is de uitvoer van olie uit Duitschland verboden en eveneens is dit het geval met den uitvoer van coprah uit Nederland, nu zelfs uit de Stelling van Amsterdam. Ziedaar reeds in het kort een verklaring in economischen zin voor het ovememen van de fabriek. Nog grooter kortheid moeten we betrachten bij een technische beschrijving van de fabriek. De coprah wordt gemalen tot meel, dat door stoom verwarmd, in hydraulische persen komt en onder hoogen druk wordt gebracht. Zoo wordt tot 65 percent olie uit het gewicht aan coprah verkregen, -welke na verschillende bewerkingen van raffineeren en zuiveren, herleid wordt tot een volmaakt neutrale, van vetzuren ontdane olie. Dit zuivere vet wordt dan tot tabletten verwerkt die in den handel als B. U. K. (d. w. z. bereid uit klapper) bekend zijn. Door het vet te verboteren met de auromatische bestanddeelen van gepasteuriseerde melk onder toevoeging van tafelolie wordt de Klappa (plantenboter) verkregen, die in het gebruik de gewone boter kan vervangen. Hetgeen van de uitgeperste coprah overblijft vormt koeken, die als een uitstekend veevoeder worden gewaardeerd. Aldus wordt de grondstof geheel en in tensief verwerkt. Hoe dat alles nu in zijn werk gaat, daarvan kunnen de leden van ,,Amstelodamum”, naar wij hopen, zich nog deze maand door een bezoek overtuigen. J. F. L. DE BALBIAN VERSTER.
orgineel
oprichting in 1912 en uitgifte van aandelen op 5 dec. 1912
3000 stuks van 1000 gulden, totaal 3 miljoen gulden.
De eerste tekening die niet gebruikt werd.
30-12-1912
Cornelis George Vattier Kraane Bankier en oprichter van de Plantenboterfabriek
Utrechts Nieuwsblad 04-01-1913
Klappa boter, plantaardige boter.
4-1-1913
10-1-1913
Het nieuws van den dag 16-01-1913
1-2-1913
Nieuwsblad van het Noorden 02-04-1913.
30-7-1913
27-8-1913
Utrechts Nieuwsblad 20-01-1915.
Utrechts nieuwsblad 02-03-1915.
B.U.K. zuiver plantaardig vet is het beste bak- en braadvet voor keuken-gebruik.
De letters B.U.K. staan voor Bereid Uit Klapper
Utrechts Nieuwsblad 12-06-1915
Utrechts Nieuwsblad 24-04-1915
Het boter doosje
De Planten boter fabriek tot 1925
Nieuwe Tilburgsche Courant 28-12-1915.
Oliehoudende zaden werden per spoor aangevoerd
1916
Nieuwsblad van Friesland 09-05-1916.
Hoofdkantoor
Deel uit de telefoonlijst, De Tijd 06-12-1916
De plantenboter fabriek stond nog jaren op het AGA terrein, links vooraan met de trapgevel.
17-10-1917
Het centrum 30-03-1918
Utrechts Nieuwsblad 18-08-1919
29-2-1922
Het Centrum 04-12-1923
Een drijvende stoomspuiten, l van 12000 L. capaciteit („Jason”), bluste het vuur
1-12-1924
De Tijd 10-12-1923.
Algemeen dagblad 07-07-1925.
Utrechts Nieuwsblad 09-11-1925
Het Nieuws van de dag 08-12-1925.
Utrechts Nieuwsblad 06-03-1926
De Indische courant 26-07-1926
Tilburgsche courant 30-07-1926.
Algemeen Handelsblad 06-07-1927
De twee witte streepjes, geheel links, halverwege de foto is de nieuwe Plantenboter fabriek.
Links vooraan in de hoek de kantoren van de oude plantenboter fabriek.
De plantenboter fabriek foto uit 1927. de pijp op de achtergrond is de nieuwe fabriek van Electrozuur
Algemeen Handelsblad 06-07-1927.
Algemeen dagblad 05-10-1927
Algemeen Handelsblad 14-11-1927
Algemeen dagblad 04-01-1928.
Algemeen Handelsblad 03-10-1928
De Gooi- en Eemlander 14-10-1930
Algemeen dagblad 14-11-1930.
Algemeen dagblad 14-11-1930.
Algemeen Handelsblad 03-12-1931
Vermoedelijk is de boter fabriek verhuist naar de Distelweg 88 tot 18-04-1934
Limburger koerier 18-04-1934 behang.
De Gooi- en Eemlander 23-04-1934.
Gebouw Nederlandse Behangselpapier industrie Goudsmithoff & Zn. gevestigd in de voormalige plantenboterfabriek
Algemeen Handelsblad 18-09-1934.
De tribune 18-09-1934.
Utrechts Nieuwsblad 18-09-1934
E. Koopman Import Export B.V
Hieronder blijkt dat de fabriek overgenomen is door Electrozuur.
Nieuwe Tilburgsche Courant 18-09-1934
Utrechts Nieuwsblad 18-12-1934
De Gooi- en Eemlander 18-12-1934
Nieuw Israelietisch weekblad 21-12-1934.
De Tijd 01-05-1940
De waarheid 14-07-1953
20-07-1954
1955
AGA BOTER ?
Fabrikken oprettet af Hans Slott Steensen (1853-1919) på Horsensvej i 1889.Det var intet imponerende Bygningskompleks, der klumpede sig sammen om Dampskorstenen ved Foden af Bakken, og det manglede i paa kloge Folks Hovedrysten: det kunde saamænd aldrig gaa! – Men det gik. Allerede Aaret efter var en betydelig Udvidelse paakrævet, næste Aar igen saa nye Bygninger rejse sig, og Fabrikatet var snart landskendt og stærkt efterspurgt. (De Danske Byerhverv i Tekst og Billeder, 1907).
Fabrikken voksede hurtigt, især efter at den som den første begyndte at producere plantemargarinen “Vegetaria”, senere AGA plantemargarine, i 1901. 1914 var der ansat 130 arbejdere og funktionærer i Vejle, og der var afdelinger i flere andre byer. 1920´erne medførte konflikter med arbejderne – bl. a. det berømte “Margarineslag på Horsensvej”, 1922 – og samtidig forsøgtes at vinde indpas på det amerikanske marked. Dette mislykkedes, og det var med til at tage livet af fabrikken, der måtte likvidere 1928.
H. Steensens Margarinefabriek A/S Veile